Het blijft regenen en stormen rond de Nederlandse kustwachthelikopters. Niet dat ze uitzonderlijk veel in slecht weer moeten vliegen maar wel rond de privatisering en de aanbesteding in 2014.
Tot 2014 werd de kustwachthelikopter uitgevoerd door Defensie die daarvoor meestal drie Agusta-Bell 412SP en voordien Lynx helikopters inzette. De militaire 412SP helikopters dateerden uit de periode 1993-1994 en werden na 20 jaar dienst verkocht aan het Peruaanse leger. Defensie zou zich nu toeleggen op zijn militaire taken en de kustwachtdienst was daarmee de-facto geprivatiseerd.
Dat de aanbesteding door het van oorsprong Vlaamse NHV werd gewonnen aan een kostprijs die over de looptijd van het contract zowat €20 miljoen goedkoper was dan de concurrenten bleef lang nazinderen. Met argusogen werd gekeken naar de toestellen en de bemanningen die NHV zou inzetten om de kustwachtdienst uit te voeren.
En vrij vlug na de start van de privatisering werd een onderzoek ingesteld naar de uitvoering door NHV. Er kwamen een aantal tekortkomingen aan het licht die NHV snel moest verhelpen maar Rijkswaterstaat toonde zich vergeeflijk en NHV kon de dienst verder zetten. Toch bleef het rommelen rondom het contract omdat de twee andere aanbieders deze zaak moeilijk konden vergeten en ook al omdat de privatisering niet bij iedereen gesmaakt werd. De bevoegde minister schreef over de zaak een brief over het auditrapport aan de Tweede Kamer. De conclusie van de minister was toen dat er een betere infrastructuur was dan in de tijd van Defensie en dat de taken veilig konden worden uitgevoerd. Dit is intussen ook gebleken in de afgelopen jaren.
Waarom de aanbesteding van het Vlaamse NHV bijna 20 miljoen goedkoper was dan haar concurrenten werd ook duidelijk. NHV kon haar bestaande Airbus Dauphin helikopters inzetten terwijl de twee concurrenten een aanzienlijk groter type helikopter hadden voorgesteld, dat zowel in aankoop als in operationele kosten behoorlijk duurder was.
Het dossier kustwachthelikopters kwam in 2018 terug in de pers toen een verpleegkundige blijvend geblesseerd werd tijdens een oefenvlucht op zee. In de maanden erna kon niemand hem vertellen bij wie hij zijn arbeidsongeval kon melden. Minister Van Nieuwenhuizen beantwoordde vorige maand Kamervragen hierover. Aanvullend komt nu een onderzoek, uitgevoerd door een extern bureau.
Afgelopen woensdag 27 november stuurde Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen, een brief aan de Tweede Kamer waarbij ze aangeeft dat er een onderzoek is gestart naar de 'levering van de SAR helikopterdiensten' omdat er op dit ogenblik onvoldoende zekerheid is over de SAR-dienstverlening. De minister verwacht de Tweede Kamer begin 2020 te informeren over de uitkomsten van het onderzoek.
Verder schrijft ze: "Daarnaast ben ik gestart met het uitwerken van de wijze waarop het toezicht op de vliegende eenheden (vliegtuigen en helikopters) van de Kustwacht en de SAR organisatie in Nederland en Caribisch Nederland vormgegeven moet worden. Dit wordt gedaan in gezamenlijkheid met de andere ministeries die betrokken zijn bij de Kustwacht.
Of er hiermede een eind komt aan deze saga is nog de vraag. Duidelijk is dat een aantal partijen rond dit dossier interesse hebben om deze discussie warm te houden met het oog op de aanbesteding van de kustwachthelikopter voor de periode vanaf na 2022.
Wordt ongetwijfeld vervolgd...