Details
Call Sign: PH-RTR
Fabrikant: Robinson Helicopter Company
Model: R22 Beta 2
Datum: dinsdag 2 juni 2009
Tijd (UTC): 13:14u
Locatie: Vliegveld Ameland
Vluchtfase: Taxi
Oorzaak:
- Menselijk
Slachtoffers
Bemanning (Ongedeerd): 1
Passagiers (Gekwetst): 1
Omschrijving
PH-RTR vertrok om 11.45 uur van een helihaven in Harskamp voor een overlandvlucht naar Ameland. Aan boord bevonden zich de bestuurder en een passagier. Er was voldoende brandstof aan boord voor de vlucht naar Ameland en een eventuele uitwijk vanaf Ameland naar Groningen Airport Eelde. De bestuurder had meer dan 90 dagen niet gevlogen. Daarom werd, direct voorafgaand aan de overlandvlucht, een checkvlucht uitgevoerd met een instructeur.
De vlucht naar Ameland verliep normaal. Via de radio werd landingsinformatie opgevraagd bij de havendienst van het vliegveld. Gemeld werd onder meer dat baan 27 in gebruik was en de wind met 20 knopen uit de richting 340 graden kwam. Er werd verzocht niet over de camping te vliegen die direct zuid van de eindnadering, kort voor de baan ligt. Verder werd gemeld dat op het vliegveld gras werd gemaaid. In de eindnadering voor de landing op baan 27 ervoer de bestuurder een stevige dwarswind (15-20 knopen, 330-360 graden), waardoor PH-RTR bijna dwars op de vliegrichting moest worden gehouden. PH-RTR landde net voor de helft van de baan,
waarna via taxibaan A parallel aan de landingsrichting moest worden teruggetaxied naar taxibaan B. Het kostte moeite om de neus van de helikopter in de vliegrichting gericht te houden en het taxiën vroeg veel motorvermogen, wat bleek uit het feit dat de aanwijzer voor de inlaatdruk (manifold pressure) in het geel gemarkeerde gebied stond. De bestuurder liet de carburateurvoorverwarming uitschakelen door de passagier om meer motorvermogen beschikbaar te krijgen.
Om taxibaan B op te gaan, moest de helikopter een haakse bocht naar rechts maken. In deze bocht verloor de bestuurder voor de eerste keer de controle over de helikopter. De rotatie van de helikopter kon niet worden gestopt, waarop de helikopter nog een volledige omwenteling maakte.
Nadat de bestuurder de controle over de helikopter hervond, begon zij over de taxibaan richting de toren te taxiën. Het taxiën vroeg nog altijd veel motorvermogen. Even later ervoer de bestuurder opnieuw problemen met de effectiviteit van de richtingsbesturing. Toen vervolgens ook een "Low RPM" waarschuwing werd gegeven, zowel door het geluidssignaal als door het waarschuwingslampje, besloot de bestuurder de helikopter aan de grond te zetten. Bij het naar beneden drukken van de helikopter begon deze, waarschijnlijk onder invloed van de wind, weer naar rechts te draaien. Dit kon opnieuw niet met de richtingsbesturing worden gestopt.
In deze draaiing, nog voordat de helikopter een volledige omwenteling had gemaakt, raakte de helikopter met de linkerzijde van het onderstel de grond. Het vooruitstekende deel van het onderstel boorde zich in de grond, waardoor de helikopter uit balans raakte en op de linkerzijkant rolde. De helikopter werd
hierdoor vernield. De passagier raakte licht gewond, de bestuurder bleef ongedeerd. Zij konden beiden op eigen kracht het wrak verlaten.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het ongeval is veroorzaakt door een onvoorziene gierbeweging als gevolg van een verlies van effectiviteit van de staartrotor. Het taxiën met een harde rugwind en een hoog gewicht bevorderden het optreden van dit fenomeen.
Het ongeval werd ingeleid doordat de bestuurder vertrok zonder zich voldoende rekenschap te geven van de voorspelde windrichting en -sterkte op het vliegveld van bestemming en vervolgens niet is uitgeweken toen de windsituatie duidelijk werd.
Bijdragende factoren aan het ongeval waren de beperkte ervaring van de bestuurder, het overschrijden van de rugwindlimiet van de helikopter en het uitvoeren van de vlucht met een totaalgewicht en zwaartepuntligging buiten de volgens het vlieghandboek geldende limieten.